De treurwilg kan in de natuur bombastische proporties aannemen. Hij staat er voor gekend om snel te groeien. Dat maakt hem als bonsai moeilijk om te temmen maar wel een interessante soort om mee te experimenteren. Vermeerderen is bij deze soort ook geen probleem, afgeknipte takken zijn zeer gemakkelijk te stekken.
Standplaats: De salix houdt van een plaats in de volle zon.
Watergift: Doordat hij zo snel groeit, heeft de treurwilg ook veel water nodig. Dagelijks gieten is de boodschap.
Snoei: Het hele groeiseizoen door moet je de salix snoeien. Nieuwe groei laat je voldoende uitlopen en afharden.
Grondmengsel: De treurwilg gedijt goed in pure akadama. Zorg wel voor voldoende groffe korrel onderaan in de pot.
Mest: De salix heeft een hoge behoefte aan meststof. Doordat hij zo snel groeit verslindt hij energie. Let op, ook deze soort kan je net als alle anderen overbemesten!
Verpotten: Verpot de treurwilg jaarlijks. In sommige gevalen kan je tot 2 verpotbeurten op 1 jaar nodig hebben.