Carpinus Betulus is de latijnse naam voor de haagbeuk. Rond deze plant bestaan er wel wat misverstanden dankzij de naamgeving. Zo is de haagbeuk geen klein blijvende soort maar een volwaardige boom die afmetingen boven de 10 meter behaald. Tevens is de haagbeuk geen echte beuk maar eigelijk van de berkenfamilie (Betulus)! De Carpinus Betulus houdt de dorre bladeren in de herfst een tijdje vast maar doet dit niet de hele winter door, in tegenstelling tot de Fagus Sylvatica (beuk).
Standplaats: De Carpinus verkiest een plaats met voldoende licht. Bij voorkeur niet in de volle zon.
Watergift: De grond van de haagbeuk moet vochtig blijven!
Snoei: De nieuwe groei voldoende laten uitgroeien. Nadien kan je de takken ver terug snoeien om nieuwe knoppen te maken.
Verpotten: Verpot de Carpinus voor de knoppen uitkomen. Oudere bomen kunnen tot 4 jaar in dezelfde grond blijven staan. Jonge soorten maximum 2 jaar in dezelfde grond laten.